Op dit moment geldt de 7e editie van APA voor vrijwel alle onderwijsinstellingen. Hoe je moet citeren volgens de 7e editie van APA, leggen we je in een ander artikel uit. Ook kun je er onze APA-generator voor gebruiken. Voor de volledigheid lichten we ook kort toe hoe citeren bij de 6e editie van APA werkt. Dit zijn de belangrijkste richtlijnen.
Citeren volgens de 6e editie van APA
Citeren houdt in dat je de letterlijke woorden van iemand anders aanhaalt. Dat mag, zolang je het citaat correct opmaakt en er een juiste bronvermelding in de tekst bij zet. Zo kan de lezer zien aan welke bron jij dit citaat hebt ontleend.
Bij de 6e editie van APA gelden een aantal richtlijnen voor het citeren van bronnen. Die zijn als volgt.
Citaten van minder dan 40 woorden
Haal je een citaat aan dat minder dan 40 woorden bevat? Dan zet je de geciteerde tekst tussen dubbele aanhalingstekens. Daarbij vermeld je de bron van de uitspraak en het jaar en paginanummer van de publicatie waarin deze uitspraak te vinden zijn. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:
Pieters (2010) definieert werkplezier als volgt: “Er is sprake van werkplezier als iemand graag naar het werk gaat en op een werkdag voldoening haalt uit de verrichte werkzaamheden en verantwoordelijkheden” (p. 15).
Citaten van minimaal 40 woorden
Als een citaat uit 40 woorden of meer bestaat, dan moet je het citaat tussen twee witregels zetten en daarbij inspringen in de kantlijn. Dubbele aanhalingstekens zijn niet nodig.
Je noemt dit type citaat ook wel een “blokcitaat”, omdat de geciteerde tekst als het ware als een blok tussen de tekst staat. De bronvermelding zet je in de lopende tekst voordat het citaat begint of tussen haken aan het eind van het citaat.
Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:
Volgens de vijfde editie van de Diagnostic and Statistical manual of Mental Disorders (DSM-5) gelden onder andere zich herhalende gedragspatronen als een kenmerk van autisme. De DSM-5 zegt hierover het volgende:
B. Beperkte zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten, zoals blijkt uit:
- stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
- hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan routines of geritualiseerde gedragspatronen
- zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
- over- of onderreageren op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor zintuiglijke aspecten van de omgeving
(DSM-5, 2017, p. 67)
Andere regels voor citeren bij de 6e editie van APA
Verder geldt voor citaten bij de 6e editie van APA onder meer het volgende:
- Neem het citaat letterlijk over. Als je iets kleins aanpast (zoals wanneer je een hoofdletter verandert in een kleine letter), moet je die wijziging altijd tussen blokhaken zetten.
- Je mag een deel van een citaat inkorten. Zet dan altijd op het punt van de weggelaten tekst drie puntjes tussen blokhaken, dus “[...]”.
- Neem de bronvermelding ook altijd op in de literatuurlijst volgens de APA-richtlijnen die daarvoor gelden.
- Maak van je tekst geen opsomming van citaten. Wissel citaten af met parafrases en eigen tekst
Veranderingen APA 7e editie vs. 6e editie
Ben je benieuwd wat er in de APA 7e editie is gewijzigd ten opzichte van de 6e editie? Wij zetten de wijzigingen voor je op een rij.
Jouw scriptie laten nakijken?
Een correcte bronvermelding en juist citeren is heel belangrijk om plagiaat te voorkomen. Waar moet je nog meer op letten bij het schrijven van een scriptie? Hoe weet je zeker dat je je scriptie zonder slordigheidsfouten inlevert? Simpel: laat onze editors je scriptie nakijken op taal, structuur, rode draad en/of bronnen. Dan kun jij je document straks zorgeloos inleveren.