Deskresearch

Wat is het en hoe voer je het goed uit?

Wat is deskresearch?

Als je deskresearch doet, verzamel je bestaande data over jouw onderzoeksonderwerp en gebruik je die om meer te weten te komen over je onderwerp. Je verzamelt dus niet zelf kwantitatieve of kwalitatieve gegevens via bijvoorbeeld enquêtes, interviews of observaties.

Bij deskresearch werk je met secundaire data (door iemand anders verzamelde data). Bij fieldresearch werk je daarentegen met primaire data (data die je zelf hebt verzameld).

Deskresearch is vooral een interessante onderzoeksmethode als er al veel informatie over een onderwerp beschikbaar is en/of als het lastig is om zelf deze data te verzamelen. Dit type onderzoek is minder passend als jij één van de eersten bent die naar dit onderwerp onderzoek doet.

Deskresearch vs. literatuuronderzoek

Vaak worden de termen ‘deskresearch’ en ‘literatuuronderzoek’ door elkaar gebruikt. Ze betekenen alleen niet exact hetzelfde.

  • Een literatuurstudie (ook wel ‘literatuuronderzoek’) is bedoeld om meer theoretische kennis te krijgen over een onderwerp.
  • Bij deskresearch verzamel je bestaande onderzoeksresultaten of feitelijke resultaten om daarmee een bepaald fenomeen te kunnen verklaren. Hiermee geef je dan ook vaak antwoord op een verklarende onderzoeksvraag. Je onderzoekt een mogelijk verband tussen variabelen.

Deskresearch als onderzoeksmethode

Je kunt deskresearch als onderzoeksmethode op zich gebruiken. Je volledige scriptie-onderzoek bestaat dan uit deskresearch. In dat geval beschrijf je de resultaten van de deskresearch in het resultatenhoofdstuk. In het methodehoofdstuk licht je toe hoe je het onderzoek hebt aangepakt.

Een andere optie is dat je deskresearch gebruikt als opstapje naar een onderzoek dat je zelf gaat uitvoeren met zelf verzamelde data. Je komt dan via deskresearch tot hypothesen of theorieën die je vervolgens via eigen dataverzameling gaat toetsen. Als je deskresearch op deze manier gebruikt, verwerk je de resultaten ervan in het theoretisch kader. Deze vorm van onderzoek doen heet deductie.

Ook kun je deskresearch gebruiken als aanvulling op bijvoorbeeld enquêtes, interviews, een experiment of observaties. Deskresearch kan dan bijvoorbeeld helpen om de gevonden resultaten te verklaren.

Hoe pak je deskresearch goed aan?

Als je deskresearch gaat doen, moet je daarvoor een aantal stappen doorlopen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je de juiste bronnen selecteert en op een logische manier rapporteert over de bronnen. Zet daarvoor de volgende stappen:

  1. Bepaal de juiste zoektermen. Stel eerst vast welke zoektermen je gaat gebruiken om bronnen te vinden via bijvoorbeeld de online bibliotheek van je onderwijsinstelling of via Google Scholar. Vaak gebruik je hiervoor termen die in je probleemstelling of onderzoeksvraag terugkomen. Zoek zowel op Nederlandse als Engelse zoektermen.
  2. Vind passende bronnen. Dat doe je met de gekozen zoektermen, maar ook door bijvoorbeeld in de bronnenlijst van gevonden bronnen te kijken. Wellicht staat daar nóg een bruikbare bron tussen. Sla alle bronnen in één overzichtelijke map op en zet ze alvast in je literatuurlijst, zodat je dat niet kunt vergeten.
  3. Bepaal welke bronnen relevant zijn. Niet alle gevonden bronnen zijn even relevant. Ook wil je voorkomen dat je zó veel bronnen hebt dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Ga daarom na of de gevonden bronnen daadwerkelijk aansluiten bij je probleemstelling, onderzoeksvraag en onderzoeksdoel. Bekijk ook in hoeverre de bron betrouwbaar is. Gebruik bij voorkeur bronnen uit vooraanstaande tijdschriften en van auteurs die bij een wetenschappelijk instituut zijn aangesloten.
  4. Verwerk de gevonden bronnen in je tekst. Maak je een kwantitatieve analyse? Dan zal je eerst gebruikmaken van SPSS of Excel. Verwijs je naar de woordelijke inhoud uit de bronnen? Dan is het vooral een kwestie van relevante inhoud op de juiste manier samenvoegen in je scriptie. Zorg hierbij voor een logische rode draad, bijvoorbeeld door bronnen per thema of in chronologische volgorde te bespreken.
  5. Loop de literatuurlijst na. Zorg ervoor dat alle bronnen van de deskresearch correct in de literatuurlijst staan. Check ook de bronvermelding. Zorg ervoor dat je bronnen in APA-stijl zijn opgemaakt (of in de bronvermeldingsstijl die voor jouw opleiding geldt).

Waar vind je informatie voor deskresearch?

De bronnen die je gebruikt, moeten relevant en betrouwbaar zijn. Je kunt dus niet bronnen als Wikipedia gebruiken. Denk qua bronnen bijvoorbeeld aan:

  • Wetenschappelijke artikelen (die je onder andere kunt vinden via Google Scholar en de online bibliotheek van je universiteit of hogeschool);
  • Statistieken van organisaties als het Centraal Bureau voor de Statistiek of andere gerenommeerde onderzoeksinstellingen;
  • LexisNexis: een database met kranten waarin je allerlei nieuwsbronnen kunt vinden;
  • Betrouwbare databases binnen je vakgebied;
  • Bundels die bij een wetenschappelijke uitgeverij zijn gepubliceerd;
  • Jaarverslagen of bedrijfsrapportages;
  • Rapporten van andere instanties;
  • Literatuur;
  • Documenten uit archieven;
  • Verslagen van bijvoorbeeld de gemeente;
  • Foto’s of kunstobjecten. 

Soms kun je voor je onderzoek ook heel andere typen bronnen gebruiken. Doe je bijvoorbeeld onderzoek naar Instagram-posts? Dan kun je daarvoor uiteraard bestaande Instagram-posts verzamelen op social media en zijn dat ook bronnen.

Je bronnen laten nakijken?

Voor deskresearch gebruik je vaak een groot aantal bronnen. Een foutje is dan helaas al snel gemaakt in de bronvermelding. Wil je voorkomen dat er bij jou ongemerkt een foutje in sluipt? Laat je bronnen nakijken door één van onze editors. Die lopen iedere bron handmatig na en zorgen ervoor dat alle bronnen correct in jouw literatuurlijst staan.